Donatien
23/01/25
Papa zei: “als het mooi weer is mag grote zus buiten
spelen.”
Het was mooi weer.
Grote zus ging buiten de planten en bloemen water geven.
Baby’tje moest slapen in haar bedje.
Papa ging tafel dekken voor het middageten.
Andere grote zus ging een bloemetje kopen.
De andere grote zus was thuis.
Dan ging grote zus die buiten was met de hond spelen.
Dan ging de zus de bloemen water geven en in een vaas steken.
Maurice
24/01/25
2 kindjes pelen buiten.
Ze gaan naar de bloementuin.
Ze kijken naar de bloemen.
De zon schijnt en er zijn wolken.
Ze gaan ook naar de vliegtuigen.
Ze gaan ook naar de vliegtuigen die aangekomen.
Ze gaan dan naar de dierentuin.
Ze gaan kijken naar de giraffen, de olifanten en de papegaaien.
Daarna gaan ze eten.
Dan gaan ze naar huis.
Julien
24/01/25
Er was eens een kindje naar huis aan het gaan.
Onderweg kwam ze een regenboog tegen.
Toen ging ze in haar huisje iets eten.
Manou
24/01/25
Het kindje was op stap naar de wereld.
Het kindje ziet de pizzatoren.
Het kindje was in de pizzatoren gegaan.
Het kindje had een pizza gegeten.
Ze ging naar een winkel.
Ze ging plantjes kopen in de winkel.
Ze was naar het bos.
Ze ging naar de speeltuin.
Ze ging naar school.
Ze ging naar huis.
Ze ging spelen in haar huis.
Ze ging thuis een ijsje eten.
Pia
30/01/25
Mijn papa ging met mij en mama naar de binnenspeeltuin.
Ik ging naar huis, ik ging naar het skatepark.
Ik ging naar huis.
Dan gingen we slapen maar eerst nog een boekje kijken.
Igor
30/01/25
Het spook ging naar de raket.
Het spook ging in het raket.
Dan drukte hij op de knop om naar de maan te gaan.
Dan gingen ze naar de super-hete-warme zon.
Dan landen ze op de super-hete-warme zon.
Dan stapten ze uit op de hete zon.
Hij begon helemaal te smelten.
De raket bleef daar staan voor altijd.
30/01/25
Mama zei tegen zus: “als het mooi weer is dan mag je buiten
spelen.”
Het was geen mooi weer.
Ze ging binnen spelen.
Dan was het mooi weer en gingen ze buiten spelen.
Ze maken heksensoep.
Ida
30/01/25
Mama en ik gingen naar buiten.
Het was mooi weertje.
Ze gingen naar de winkel.
Ze zagen een regenboog.
Mama ging terug naar binnen en ik ging buiten spelen.
Ik wou met mijn fiets buiten spelen.
Er was donder en bliksem en er was ook regen.
Lucie
30/01/25
Het was lekker warme zon buiten.
Het kindje wou buiten spelen.
Het eenhoorntje zag het kindje.
Het kindje zag ook een hertje achter het eenhoorntje.
Het kindje zag iets achter het struikje wiebelen.
Het was een schildpadje en een grote eenhoorn.
Selma
30/01/25
Er waren 2 piraten op zoek naar een schat.
Plotseling kwamen er nog piraten met een grote boot.
Ze waren met 5.
Ze gingen naar een eiland.
Ze waren eerst op het eiland.
Dan hadden ze een lange arm gepakt, het was een metalen arm.
De arm trok hem naar het eiland.
De piraten gingen vechten.
Titus
30/01/25
Mijn mama gaat slapen.
Ze gaat naar de winkel.
Dan gaat ze eten.
Dan gaat ze naar het dinomuseum.
Dan gaat ze pannenkoeken eten.
Dan belt haar iemand. Het was mijn papa.
Dan belt haar nog iemand. Het was mijn broer.
Tuna
10/01/25
Een bloemetje wou water.
De boom had al het water genomen.
Het bloemetje was aan het groeien.
Bloemetje zei tegen de boom: “boompje, boompje, krimp een beetje alsjeblieft.”
De boom krimpt.
De bloem is bij dat hij krimpt, nu kunnen ze elkaar knuffelen.
Het zonnetje schijnt warm.
Selma
10/01/25
De kindjes gaan spelen.
Ze gingen met de bal spelen in hun tuin.
Ze spelen tot de middag.
Dan gaan ze eten, ze eten spaghetti.
Bij de voetbal was het 10-0
Het begon te regenen. Ze blijven binnen.
Ze ging een boterham eten.
Julien
10/01/25
Mama ging naar huis.
Papa ging voetballen.
De bal was weg, kwijt.
Papa ging de bal zoeken.
Papa vindt hem niet.
Mama ging eten maken.
Ze kreeg baby’tjes, het waren er 2.
Ze ging naar het ziekenhuis. Mama belde naar papa.
Mama zegt: “we krijgen baby’tjes!”
Papa zegt: “alé, hoe krijg jij baby’tjes
in je buit?”
Mama zegt: “daarom was dat zo, jij hebt dat niet gezien!”
Dan bleef mama in het ziekenhuis.
De baby’tjes werden groot, ze werden 3 maanden.
Dan ging papa naar het ziekenhuis met de auto.
Hij deed de deur open.
Hij zag mama niet, hij belde naar mama.
Mama hoorde de telefoon niet.
Papa ging naar huis met de moto.
Mama was thuis, ze zei: “ah, je bent hier al!”
Papa zegt: “gelukkig weekend!”
Papa had de bal teruggevonden. Hij lag onder de struiken.
Donatien
10/01/25
Mijn familie was bij de meisjes.
Dan waren de 2 kleine jongens en de 2 grote jongens naar het feestje.
De jongens gingen voetbal spelen op de ipad.
De meisjes spelen met de barbies.
De kleine jongens waren ook aan het voetballen.
Donatien
10/01/25
Het mannetje was buiten.
Hij had gisteren een plant geplant.
Hij zag als hij buiten kwam dat de plant weg was.
Hij vroeg aan de zon: “heb jij mijn plant gezien?”
Dan ging het mannetje terug naar binnen om een nieuwe plant te halen.
Hij gaat ermee naar buiten en hij plant de plant.
De volgende morgen was de plant een boom geworden.
Aimé
08/01/25
Het kindje wil naar huis.
Ze wil slapen.
De volgende ochtend wil papa spelen met de auto’s.
Papa keek naar het zonnetje.
Papa geeft het kindje eten en ze eten samen.
Het kindje ging schrijven in haar boekje.
Ze wil nog een beetje schrijven.
Het kindje wil nog boekjes lezen.
Suzan
08/01/25
Ik, Lucas, mama en papa waren op
stap.
Ze gingen naar de eenhoorns.
Ze gaan met het vliegtuig.
Toen ze er waren wouden ze onmiddellijk op een eenhoorn zitten.
Lucas was bang.
Ik zat er op en ik vond dat heel leuk.
Mila
08/01/25
Het groot kindje ging naar het
bos.
Mama zei: “vergeet je wandelstok niet!”
Dan pakte die haar wandelstok.
Ze ging naar het bos.
Ze zag daar een mega grote boom.
Er stond een briefje, het is een mega grote klimboom.
Ze zet haar wandelstok tegen de boom en dan klimt ze in de boom.
Toen zag ze daar een voeldoos.
ze voelde in de doos. Ze pakte een kaartje en er stond op:
“pak de verrassing met je handen.”
Ze voelde de verrassing, het was een chocolaatje.
Dan keek ze op haar uurwerk, ze zei: “oei, het is al laat. Ik zal het
chocolaatje meenemen naar huis.
Maurice
08/01/25
Het kindje ging naar de stad.
Ze ging daar nieuwe schoenen kopen.
daarna ging ze haar nieuwe schoenen aandoen.
Daarna ging ze naar het park om te spelen.
Dan ging ze naar huis om te spelen.
Het werd avond. Mama en papa vertelde nog een verhaaltje.
Daarna ging ze naar bed om te slapen.
In de ochtend ging ze bij haar meten spelen.
Ida
07/01/25
Het kindje gaat naar huis.
Hij gaat slapen.
Hij gaat wakker worden.
Dan gaat hij eten.
Dan gaat hij naar de winkel om schoenen te kopen.
Hij gaat zijn schoenen aandoen.
Het regent en hij gaat naar huis.
Tuna
07/01/25
We gingen op stap.
Het was raar want er waren geen bomen en ook geen vogels.
We gingen dan toch naar een bos.
Papa was er niet en Leo was naar de scouts.
Papa ging alleen thuis werken.
We gingen gewoon wandelen in het bos.
We zagen een muisje.
We pakten die mee naar huis.
Leo wou vissen en ook een muis als huisdier.
Lucie
07/01/25
Ik heb een wereldbol en er zijn
mensen in de ruimte.
Ze gaan stenen zoeken op de planten in de ruimte.
Ze gaan de stenen naar de mensen brengen op de wereldbol.
De mensen gaan die stenen in glas doen.
Ze gaan ze vastmaken met een touw omdat ze niet zouden vallen.
Igor
