Vrije teksten november


20/11/24

Het meisje gaat naar huis.
Ze gaat spelen met de auto’s.
Ze gaat met papa en mama naar de winkel.
Ze kopen daar boontjes.

Suzan

 






22/11/24

Er was eens een piraat aan het varen met zijn schip.
Er kwam bliksem op zee.
De bliksem ging voorbij en hij kwam aan op een eiland.
Hij ging op zoek naar een schat.
Hij kwam eerst nog vleesetende planten tegen.
Dan werd hij aangevallen door een groep apen.
Hij roep naar de andere piratenmannen “schiet op de apen!”
Hij had de schat gevonden op een magisch kasteel.
Er kwam een stoute piraat met magische krachten.
Hij riep terug naar zijn piratenmannen om te vechten en te schieten.
Er kwam één piraat, hij nam de schat mee en hij kroop stilletjes door de poort
en bracht de schat naar het piratenschip.
De stoute piraat was dood want hij was maar in zijn eentje.
De piraten gingen terug naar huis.
Er kwam  terug storm op zee.

Titus






22/11/24

Er was een piraat op zee.
Hij had honger maar er was geen eten.
Hij had ook dorst en er was geen water.
Dus hij ging naar het strand om water en eten te zoeken.
Er was daar een restaurantje.
In de verte zag hij Mario.
Hij loopt naar Mario.
Mario draait de piraat rond.

Ida

 






22/11/24

Mama ging naar buiten.
Het was mooi weertje.
Mama roept papa, mij en Leo.
We gingen buiten eten.
Daan ging Leo naar de scouts.
Ik mocht thuis blijven.
Ik ging een donut eten.
We gingen slapen, pyjama aan, slaapzak aan,
tandjes poetsen en dan slapen.
De volgende morgen ging ik naar school.
Ik ging in de poppenhoek.
Dan was het kring.
We gingen soep drinken en dan taart want ik was jarig.

Lucie

 





27/11/24

Sinterklaas en piet gaan op de daken klimmen.
Ze gaan cadeautjes in de schoorsteen leggen.
Ze gaan koekjes strooien.
Het is nacht, de mensen slapen.
Ze gaan naar 10 huisjes.
Er liggen worteltjes klaar in de schoenen.

Julien

 






27/11/24

Sinterklaas ging de snoepjes uitdelen.
Daarna ging hij terug naar zijn kampje.
Dan ging ze naar buiten want het was gestopt met regen.
Er was nog 1 druppeltje.
Ze gingen naar een huisje om met een kindje te spelen.
Sinterklaas gaf aan het kindje snoep en ging dan naar huis.

Manou

 





28/11/24

Het mannetje ging op stap naar het bos.
Hij speelt in het bos met speelgoedjes van hem thuis.
Het mannetje is Igor en papa is ook mee.
Dan gaan we naar huis bij mama.
Mama was te moe om mee te gaan.
Thuis was het avond.
We eten pasta en ketchup.
We gaan slapen en we drinken nog een fles melk.

Igor

 





28/11/24

Sinterklaas gaat naar de daken.
Sinterklaas was zijn staf vergeten.
Hij stond nog in zijn kamer.
Dan ging hij alleen naar het kasteel.
Hij zag zijn deur. Hij deed zijn deur open met 1 vinger.
Hij trekt aan de deur maar die gaat niet open.
Hij zei: “oei, ik ben mijn sleutel vergeten op de daken!”
Hij ging terug naar de daken.
Hij pakte zijn sleutels maar het waren valse sleutels.
Toen keek hij naar alle daken en zag hij op een dak een inbreker.
Hij liep naar de inbreker.
De inbreker zei: “hahaha, ik heb de sleutels! Sinterklaas is in mijn val gelopen!”
Toen ging Sinterklaas de hand van de inbreker vastpakken.
Hij nam de zak van de inbreker en zei: “ha, jij bent gevangen!”
Hij nam de inbreker mee naar zijn kasteel.
De slechterik moest in de schoorsteen.
Hij moest springen in de schoorsteen.
En toen vloog hij naar de maan.
Er zat een net in die schoorsteen waardoor hij naar boven schoot.

Maurice

 



28/11/24

Sinterklaas en piet ging en naar de daken.
Sinterklaas zei tegen piet: “als je een kindje ziet dan moet je stil zijn!”
Hij ging stilletjes naar binnen.
Piet zei: “ik ga eerst de cadeautjes op tafel leggen.”
De zon scheen.
Dan gingen de pieten de wortel in de schoen steken.
Dan gleed hij terug uit de schoorsteen.

Mila







meer.”
Het paard zei: “ik heb honger!”
Sinterklaas wil op zijn paard zitten.
Sinterklaas had een goed idee.
Hij had de wortel vastgemaakt aan een touwtje.
Sinterklaas liet de wortel voor het paard slingeren en zo liep
het paard naar de wortel om die te pakken.

Donatien






07/11/24

Er staat een boom in Afrika.
Er hangen appels aan de boom.
De appels vallen af.
Naast de boom staat een raket.
Dan komt er een gek mannetje aan met 1 oog.
Hij stapte op een appel.
De boom was verdrietig.
De boom zei: “sorry dat ik zo boos was maar je hebt op
een appel gestapt.”
Het mannetje zei; “daaag, boom.”

Aimé





07/11/24

Ik heb een pompoen getekend.
Hij heeft geen mond.
De pompoen is in een huis.
Ik denk in een poezenhuis.
De pompoen staat op het gras.

Eero







07/11/24

Ik ga naar het bos.
Daar ga ik wandelen met mijn mama, papa, zus en charlie.
Daar kwamen we een uitkijktoren tegen.
Daarboven hangen verschillende vlaggetjes.
Daarna was er een feestje en we gingen daar naartoe.

Ida




07/11/24

Ik was naar het bos zonder papa en mama.
Daar kom ik holletjes tegen.
Ik wist niet dat ik blaadjes mocht pakken van de bomen.
Toen had ik een splinter in mijn voet omdat ik op de grond
was gestapt met blote voeten.
Het werd donker en er was alleen aarde.
Ik had een camera die sociaal was voor in het donker
kijken en te filmen.
Er waren bambi’s, eekhoorn konijnen en vossen.

Lucie

 


07/11/24

Het kindje had een Eiffeltoren gezien.
Dan begon het ineens te sneeuwen.
Gelukkig had ze een sjaal mee.
Het begon koud te worden.
De Eiffeltoren staat in Parijs.
Ze ging daar spelen en dan ging ze eten
want ze had honger.
Na het eten mocht ze een speeltje.

Selma



07/11/24

We zijn in de zoo.
Er zijn slakken.
Mama en papa zijn er ook.
Broer wil water drinken.
Ik wil cola drinken.
Mijn mama wil een fanta.
Mijn papa heeft honger.
Hij wil spaghetti eten in ons huis.
Mama maakt de spaghetti.

Tuna

 



14/11/24

Het mannetje ging op stap.
Hij had tijgers gezien. Ze waren gevaarlijk.
Het was mooi weer, het was superwarm.
De zon scheen aan de lucht.
De lucht was blauw.
Het mannetje stapt en stapt en hij komt een boom tegen.

Igor


 


14/11/24

Ik en papa gingen naar buiten.
We gingen buiten eten omdat mama er niet was.
Ze was bij een collega gaan slapen voor 2 nachtjes.
Mijn broer was naar de scouts om 2 nachtjes te gaan slapen.
Dan gingen wij naar huis. Het was nacht.
We gingen tanden poetsen en dan naar bed.

Lucie

 



14/11/24

Er was eens een piratenschip.
Plotseling kwam er bliksem op zee.
De piraat ging schuilen in zijn piratenschip.
De storm stopte en hij kwam een eiland tegen.
Hij zag een speciale steen.
Dan kwam hij planten tegen die vlees eten.
Hij stapt verder en zag een kasteel.
Hij ging binnen en de poort ging open.
De ridders stuurden de piraat uit het kasteel.
Dan kwam hij weer de vleesetende planten tegen
en hij sloep er naar met zijn zwaard.
Hij ging terug naar zijn boot en er kwam terug storm op zee.
Hij kwam een octopus tegen en hakte die in stukken met zijn zwaard.

Titus

 



14/11/24

Het kindje gaat komen aan een prikboom.
Ze heeft pijn.
ZE heeft pijn aan haar hand.
Dan gaat ze een paddenstoel opeten.
Dan ziet ze een T-rex.

Tuna

 



15/11/24

Billie gaat naar het bos.
Ze ziet dino.
Ze ging naar huis en ze zei: “in het bos is het gevaarlijk!”
Mama en papa gaan samen met haar mee.
Daar zagen ze een paddenstoel.
Ze zagen ook de dino.
De dino wou mama opeten.
Mama rende snel weg.
Billie zoekt de eikels.
De dino doet niks aan Billie.
Ze gingen naar huis om te eten, ze eten macaroni.

Ida





19/11/24

De boom staat in mijn tuin.
De poes deed de boom kapot.
Taxi Miepje doet dat.
Mama Karlien maakt de boom en mama Jefta kijkt en
gaat naar de zolder.
Ze zoekt de lichtjes van kerstmis.

Eero

 





19/11/24

Papa gaat naar het bos.
Hij gaat daar een beetje slapen.
De mama komt bij hem.
Grèta-Anna komt mee met mama.
Dan gaan ze naar de winkel.
Ze eten thuis.
Ze gaan een beetje slapen.
Daarna gaan ze weer naar het  bos.
In het bos gaan ze picknicken.
Dan gaan ze naar de crèche om oma te zoeken.
Ze gaan met oma naar huis.
Thuis gaan ze spelen met Luna.
Dan zetten ze op mama een kroontje.
Papa bakt een taart.
Ze zingen happy birthday.

Grèta

 



19/11/24

Er waren twee kindjes.
Ze gingen naar het bos.
Ze slapen in het bos in een bedje.
Ze hebben ook een dekentje mee en ook een kussentje.
Na het bos ging ze naar het park.
Ze waren in het water gevallen.
Ze gingen terug naar het bos en daarna naar de winkel.

Otto

 

 


19/11/24

Er is een kindje en een boom.
De boom stond in mijn tuin.
Het kindje gaat naar huis.
Het kindje gaat slapen.
De boom gaat ook slapen.
De boom en het kindje zijn weer wakker.
Ze waren aan het stappen naar het bos.
Ze gingen slapen in het bos.

Pia

 



19/11/24

De jongen gaat naar de bus.
Iemand is er niet, een meneertje.
De jongen gaat naar huis.
Hij gaat slapen.
Dan gaat hij wakker zijn.
Hij gaat eten.

Tuna




20/11/24

Het kindje wou nou huis.
Plotseling begon het te regenen.
Toen zag ze net een bus.
ZE zal overal huisjes.
Het begon te donderen.
Ze stapt op de straat.
Ze stapt de verkeerde kant uit.
Ze vond haar huisje.

Selma

 

 


20/11/24

Mama gaat picknicken.
Ze komt mij halen.
We gaan zwemmen.
Papa is gaan werken.
Ik ga slapen.

Sue

 

 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Vrije teksten januari

  10/01/25 Een bloemetje wou water. De boom had al het water genomen. Het bloemetje was aan het groeien. Bloemetje zei tegen de boom: “...